1. Maak eerst je verhaal en dan pas je PowerPoint
Dit klinkt misschien contra intuïtief, want je PowerPoint-slides geven je juist zo’n lekkere houvast. Als je het even niet meer weet, kijk je gewoon wat er op je slide staat en je pakt de draad weer op. Je PowerPoint-slides doen echter afbreuk aan het effect van je presentatie. Want wat je zeker weet, is dat de aandacht niet op jou gevestigd is, maar op het scherm naast je. De echte houvast vind je daarom in het verhaal dat je wil vertellen. Een verhaal waar je in gelooft, enthousiast van wordt en waarvan je niet kunt wachten om het met een groter publiek te delen. Maak daarom eerst je verhaallijn en kijk daarna hoe je dat verhaal naar een hoger plan tilt met de juiste PowerPoint-slides.
2. Bepaal vooraf het doel en de kernboodschap van je presentatie
Wanneer een presentatie langer duurt dan 12 minuten, verliest jouw publiek haar aandacht. Wees daarom beknopt en maak haarscherp wat jouw doel en kernboodschap zijn. Beantwoord voor jezelf de volgende vragen:
- Wat moet jouw publiek na het horen van jouw verhaal anders denken, vinden, voelen of doen?
- Stel dat je maar één zin spreektijd hebt, wat zou je dan zeggen? Of als er van alles wat je te zeggen hebt maar één ding blijft hangen, wat is dat dan?
Je doel en kernboodschap geven focus en voorkomen dat je alle kanten uitschiet tijdens het presenteren. Je weet precies waarvoor je komt en hoe je dat gaat bereiken.
3. Durf ‘niet te weten’ wat je gaat zeggen
De momenten dat we praten zonder erbij na te denken, zijn de momenten dat we ‘authentiek’ oftewel helemaal onszelf zijn. Denk aan de momenten dat je bij de koffieautomaat staat of de vaatwasser aan het uitruimen bent en vertelt over hoe je dag was. Je wil zo dicht mogelijk tegen die versie van jezelf aanzitten tijdens het spreken voor publiek. Dit bereik je niet door uit de losse pols te gaan vertellen. En ook niet door je verhaal woord voor woord uit te schrijven. Als je punt 2 scherp hebt, dan mag je erop vertrouwen dat de woorden er als vanzelf uitkomen. Durf dus ‘niet te weten’ wat je gaat zeggen.
4. Maak contact en haal adem
Je bonzende hart vertelt je dat wat je aan het doen bent ertoe doet. Dat jíj ertoe doet. Stop dat gevoel dus niet weg, maar accepteer dat het erbij hoort. Blijf in het moment en maak contact met je publiek. Vind de ogen van de mensen in de zaal en concentreer je op je ademhaling. Dit helpt je lijf om de vrijgekomen cortisol (het stresshormoon dat je aanmaakt als je spanning voelt) te reguleren. Je zal merken dat je na 60 seconden de ergste spanningsgolf gehad hebt.
Aanmoediging
Met zelfvertrouwen presenteren begint met het erkennen dat je zenuwen er (mogen) zijn. Ga eens na welke ‘oplossingen’ jij inzet en of deze eigenlijk wel helpen om de beste versie van jezelf te zijn tijdens het presenteren. Houvast vind je niet in een PowerPoint, sjaal of een lange adem, maar in het verhaal dat jij wil vertellen en het doel dat je wil bereiken. Dat is spannend, maar onthoud: de grootste sprekers op deze aarde waren enkel moedig en niet zelfverzekerd.